Rondom de geboorte van de tweede, met 13 maanden vrij krap na de eerste, stond er een toepasselijke cartoon van Peter van Straaten in de krant. A la van Straaten, schetst hij met een paar strepen een behoorlijk desperaat scenario waarin een vrouw een krijsende baby vasthoudt en de man met een blik gemengd van wanhoop en hoop tegen haar zegt: “Nog maar een jaar of 18, dan is ie het huis uit”. De eerste jaren met twee kleine kinderen zijn, zoals iedere ouder in vergelijkbare omstandigheden zich zal herinneren, best wel pittig. Ik ben begonnen met koffie drinken na de geboorte van de eerste. De gebroken nachten en het wennen aan constant 'on call’ zijn vroegen om ondersteunende middelen. Mijn lief komt uit een gezin van zes kinderen. Ik kan mij herinneren dat ik in het bijzijn van mijn schoonmoeder het dan ook niet vond kunnen om ook maar enigszins te laten merken dat ik moe was. Kom op zeg, het zijn er maar twee! Bovendien, we hadden een wasmachine, wegwerpluiers en flesjes. Een makkie dus eigenijk. Één van de eerste dingen die tegenvallen als je net kinderen hebt is dat je bij thuiskomst niet even rustig kan gaan zitten voordat je verder gaat met wat er moet gebeuren maar dat je constant van de ene taak in de andere valt. Iets te drinken/eten voor de kinderen, ze uit elkaar halen als ze weer eens ruzie hebben over een speeltje, troosten als er één/allebei z’n hoofd stoot/van de trap valt/schoen kwijt is/vingers tussen de deur heeft. Dat je eigenlijk stiekem een beetje gek wordt van de hele dag “Mamaaaa!” In die periode zijn er natuurlijk heel veel momenten dat je smelt van hoe schattig ze zijn maar de boel praktisch geregeld krijgen is uiteindelijk je dagelijkse focus. Soms kon ik wel eens jaloers kijken naar mensen die kinderen hadden op een leeftijd waarin je ze zo in de auto zet zonder allerlei stoeltjes, maxi cosi’s, tassen met luiers, hapjes en schone kleren. Jaloers naar mensen die op het strand gewoon een boek kunnen lezen omdat de kinderen al kunnen zwemmen en een beetje hun eigen gang kunnen gaan. Mooi hoe dat gaat. Vooruit kijken naar wat er voor je ligt, snakken naar een beetje vrijheid en gemak. Het moment dat ze hun eigen boterham kunnen smeren. Alleen naar school gaan met de fiets. Het is daarom echt wonderlijk en bovendien ook een beetje gemeen dat het dan plotseling ontzettend snel gaat. Dat de kinderen eigenlijk het liefst alles alleen willen doen, buiten de hotelservice dan. Het liefst zoveel mogelijk onderweg zijn met hun vrienden. Je niet meer vragen voor hulp. Mama zelfs een beetje uit hun vocabulaire verdwijnt. Op een dag wordt je wakker en ben je met elkaar 18 jaar verder. Sta je op het moment waar je samen nog geen enkel beeld van had toen hij als babytje in je armen lag. Dan help je zijn tas inpakken voor zijn vertrek naar zijn studentenkamer, terwijl hij dat het liefst zelf doet. Geef je nog wat laatste kooktips. Leg je uit dat die rode trui echt apart gewassen moet worden. Bedenk je wat hij allemaal nog niet weet, wat er allemaal mis kan gaan. Denk je terug aan je eigen eerste maanden als student, alleen op kamers. De momenten van eenzaamheid en onzekerheid. Realiseer je je dat hij dat ook gaat meemaken en dat je er dan niet bent om hem te troosten. Verplicht je jezelf om vooral aan de gelukkige momenten te denken die er natuurlijk ook zullen zijn. Die van trots dat hij het toch maar mooi alleen voor elkaar brengt. Dat hij eigenlijk meer weet dan je dacht. Dat overal aardige mensen zijn die hem graag willen helpen. Een kopie van de tekst van Desiderata die al 23 jaar bij ons in huis hangt ligt ingepakt klaar om op te hangen in z’n nieuwe kamer. Een aandenken aan thuis en ons gezin. Klein in formaat, groots in emotie. Konden we hem nog maar even, als een klein babytje, in onze armen vasthouden. Nog even knijpen in z’n bolle wangetjes. Z’n aanstekelijke lach horen en z’n onschuldige blauwe oogjes zien. Die blik nadat 'ie stiekem een snoepje heeft gepakt, z’n kleine vingertjes die proberen een miertje te redden. Het is tijd om uit te vliegen, te ontdekken. Als ouders staan we er weer bij met een blik van wanhoop en hoop. Vertrouwen ook. In het leven, in onze bijna 18 jarige en in onze rol als ouders op afstand. Want laten we eerlijk zijn, ik had geen Google waar ik even snel de kooktijd van pasta kon checken of de ingrediënten voor guacamole. Onze ouders hadden geen WhatsApp waarmee we nu eindeloos kunnen chatten, gratis bellen en foto’s ‘live’ kunnen delen. Het is weer een makkie eigenlijk.
0 Reacties
Plotseling krijg ik een donkere gedachte. Zou het zo kunnen zijn dat een ongezonde samenleving goed is voor de economie? Hele verdienmodellen rondom symptoombestrijding? Van burn-out behandelingen, antidepressiva tot speciale dieeten, chemotherapie en bestraling? Psychologen en psychotherapeuten? Hoge bloeddrukpillen en dotter-operaties? Verslavingsklinieken en afkickcentra? Alhoewel ik in principe een voorstander ben van de markteconomie lijkt het erop dat bepaalde sectoren zodanig worden voorgetrokken dat preventie nauwelijks een kans krijgt. Wat bedoel ik hiermee? Om voeding als voorbeeld te geven, een aantal basisproducten zoals mais, soja en melk bijvoorbeeld, worden gesubsidieerd. Andere producten zoals suiker, biovlees en fast food worden goedkoop gehouden. Terwijl ecologische boeren, die zowel voor de consument de beste kwaliteitsproducten leveren als voor hun natuurlijke omgeving herstellend en duurzaam werken, moeten maar zien dat ze hun product verkopen. Voor veel mensen is deze betere keuze niet haalbaar door de hogere prijs. Een bloemkool is duurder dan een Big Mac. Een frikandel goedkoper dan een krop sla. Dat yoga, massage en meditatie heilzaam werken is al meerdere malen bewezen. Toch wordt dit alleen vergoed bij de duurste zorgpolis terwijl iedere huisarts je zo, zonder morren, onstekingsremmers en pijnstillers voorschrijft en je die vergoed krijgt in je basispakket. Dan ben je namelijk ziek en heb je recht op een behandeling. Op school gaan kinderen van Citotoets naar eindexamen met lood in hun schoenen. Stress in hun lijf. Denkende dat ze zich voorbereiden op de toekomst. Want dat hebben wij ze verteld en wij zijn tenslotte de volwassenen. Misschien dat we nu alvast moeten bedenken hoe we ze dat over een jaar of 8 gaan uitleggen. Voor een gezonde, rustige lunch op school is geen tijd. Ouders wordt trots verteld dat er nu alleen nog Cola light te krijgen is uit de automaat en de economie zal nog een sprongetje maken als de Albert Heijn binnenkort de schoolmaaltijden mag verzorgen. Gymles wordt tussen de vakken ingepropt en elkaar leren kennen in een scholengemeenschap van 2000 kinderen is al helemaal niet te doen. Pesten en “afwijkend” gedrag, grotendeels te wijten aan te grote onpersoonlijke klassen en te weinig uitlaatkleppen, worden opgevangen door anti pest campagnes, zorgteams en ritaline. Terwijl we allemaal met onze handen in het haar vol goede moed doorploeteren en de verkeerde vragen stellen houden we de berichten in de gaten in de kranten en op het nieuws. We geven weer geld uit. Kopen weer huizen. Gaan weer op vakantie. De economie trekt aan. Het gaat goed met ons. En dat is maar goed ook. Een oorlog is namelijk ook heel goed voor de economie, een lekkende olietanker ook en op zich is er niet veel voor nodig om dat te laten gebeuren. Zolang we dus de boel lekker draaiende kunnen houden zitten we gebeiteld. Het is vandaag Prinsjesdag. Natuurlijk begrijp ik ook wel dat onze Koning slechts een marionet is van het systeem maar toch had ik stiekem gehoopt op een mooi verhaal met visie. Een Koningshuis is tenslotte een soort sprookje en wat zou het mooi zijn als daar dan ook meer dromen vandaan komen. De openingszinnen waren wel veelbelovend over onderlinge verbondenheid en medeleven na de orkaan. Maar al snel ging het over 'de economie'. En toen begreep ik het. Dat het zo goed gaat met alles en iedereen, dát is het sprookje. Begrijp me niet verkeerd, ik klaag niet, ben zielsgelukkig dat we in een veilig en welvarend land wonen maar juist in zo’n veilig en welvarend land zou je denken dat we toe zijn aan structurele oplossingen bedenken in plaats van symptomen bestrijden. Mensen beter maken is nog altijd duurder dan ze gezond houden. Maar ze gezond houden… wat moeten we ze dan verkopen? Frisse lucht? een fijne wandeling? tijd? ruimte in je hoofd? de waarheid? logica? Alhoewel gebakken lucht heel goed is voor de economie is de rest marketingtechnisch een flinke kluif om in de markt te zetten. Hoe dat komt? Het heeft te maken met het TINA sprookje, oftewel, There Is No Alternative. Welles. Meer van dit soort columns? Zie www.expandingcircles.nl om mijn boek te bestellen "Kunt u mij de weg naar eudaimonia vertellen?" (Dit is de link naar cultuurfilosoof Kris Plint die in een paar minuten TINA haarfijn uitlegt.) |