(Deze column is ook te lezen op www.expandingcircles.nl)Wellbeing activist noem ik mezelf met enige schroom. Ik heb er wel goed over nagedacht en vind het vooral toepasselijk omdat het idee van activisme lekker een beetje schuurt met het idee van wellbeing. Bovendien zorgt ‘activist’ ervoor dat het geen slappe hap wordt want inmiddels durf ik toe te geven dat ik dat niet beoog. Wat ik namelijk ook vaak tegenkom is het vergelijk van wellness en wellbeing en alhoewel wellness ook vast heel goed bedoeld is, is het absoluut niet wat ík bedoel. Wellness staat eigenlijk symbool voor de pleister op de zwerende wond. Als we in het westelijk halfrond weer eens opgebrand zijn of uitgeput hebben we een ‘stukje’ wellness nodig om ons weer een beetje mens te voelen. Naar de sauna, een massage of een mindfulness weekendje weg om vervolgens, ongewijzigd, terug te keren naar de situatie die ons er bracht. ‘Mindful doorploeteren’ noemde ik het in een vorige column. Wellbeing daarentegen is de staat waarin we helemaal geen behoefte hebben aan wellness want alles is er al. Het is de staat waarin we zowel fysiek als psychisch goed in ons vel zitten omdat we leven zoals het leven bedoelt is. Nou is de mens al een tijdje aan het filosoferen over wat dat dan inhoudt. Aristoteles is mijn favoriet op dit gebied en filosoof Jan Drost vat hier (LINK) heel goed samen hoe hij dat ziet. Het geeft mij altijd hoop als ik lees dat het nog niet te laat is. Mensen zijn volgens Aristoteles “wezens die nog moeten lukken” we zijn nog niet klaar, wat en wie we kunnen worden ligt nog helemaal open. De vraag die we volgens Aristoteles zouden moeten stellen is niet: Wie ben ik? Maar: Wie wil ik zijn? en: hoe word ik wie ik wil zijn? Op onze vakantie naar Costa Rica droegen de bliksemschichten boven het regenwoud bij aan mijn inzicht. Pura Vida is eudaimonia! (Kunt u mij de weg naar eudaimonia vertellen?) Pura Vida is het motto van Costa Rica en wordt te pas en te onpas overal ingezet als begroeting, stopwoordje en afscheid. Pura Vida staat voor de Ticos voor rust, vrede, goed leven, zorgen voor elkaar en respect voor de natuur. Hoe dichter we bij de toeristische trekpleisters kwamen van vulkanen en keurig uitgestippelde routes naar een waterval, hoe minder Pura Vida we ervoeren. De Pura Vida was wel te vinden in de kleine steden en dorpen waar niemand zit druk maakt over volledig afgebladderde verf en roestige autos maar waar je bijna je nek breekt over de mangos, ananassen en de kokosnoten en iedere eenvoudige dagschotel minstens bestaat uit 4 kleuren, 5 smaken en alle voedingsstoffen. Bovendien alles met “mucho gusto” en een glimlach in iedere blik. ’S-ochtends naar school en ’S-middags surfen. Respect voor alles dat leeft, tatoeages met “Costa Rica” voluit op hun onderarm (nooit een onderarm met “Holland” gezien). Om 5 uur opstaan, want dan is het licht en om 9 uur naar bed want dan is het donker. Begrijpen dat de Oceaan deze week heel wild is door de maanstand. Weten dat volgende week de krabbetjes en schildpadden de weg gaan zoeken naar het strand. Maar ook in Costa Rica schuurt het. Tussen de plantage-eigenaren van de koffie en suikerriet en de wereldwijde industrie. Tussen de koffieplukkers en diezelfde plantage-eigenaren voor een eerijk loon. Steeds meer monocultuur brengt ziektes met zich mee die bestreden worden met pesticiden. De toeristenindustrie brengt geld in het laatje maar ook plastic flesjes op de vuilnisbelt. Mensen verhuizen van het platteland naar de stad om tijdelijk te werken in de bouw omdat de suikerrietplantages nu machinaal worden gekapt. Het zou toch niet zo zijn dat ‘vooruitgang’ neerkomt op behoefte aan meer wellness terwijl we in het luxe Europa na een weekendje wellness snakken naar lange termijn wellbeing? Het is de ironie van de economie. Gelukkig zijn we nog niet klaar. Wie willen we zijn? NIEUW! Deze column is ook hier te beluisteren in podcast vorm
0 Reacties
|