“Als je maar zorgt dat je nergens alleen bent!” Mijn anders zo onbezorgde echtgenoot kijkt mij ernstig aan.
Vijfhonderd mannen samen onder 1 dak met weinig tot niets te doen de hele dag. Er lijkt mij niet veel nodig om dat uit de hand te laten lopen. Ik heb volgende week een afspraak om Rode Kruis vrijwilligers een ochtend mee te helpen in het Autotron in Rosmalen waar nu vijfhonderd mannelijke vluchtelingen worden opgevangen. Wat ik daar ga doen? Met mijn eigen ogen zien en aanvoelen hoe zoiets in z’n werk gaat. Wat voor sfeer heerst er? Hoe voel ik mij als vrouw tussen al die mannen? “Het zijn gewoon mensen hoor!” zei mijn contact bij het Rode Kruis. Aan zijn toon hoorde ik dat hij dit inmiddels voor zijn gevoel net iets te vaak moest uitleggen. Ik liet zijn emotie bij mij even nawerken voordat ik reageerde. “U vindt het toch niet vreemd dat ik vraag of het veilig is om als vrouw op een locatie te komen met 500 mannen die al weken / maanden samen zitten opgesloten? Het maakt mij niet uit of dat vijfhonderd mannen uit Syrië zijn of uit Lutjebroek!” Maar daar zit natuurlijk wel de crux. Maakt het uit? En als ik eerlijk ben maakt het zeker uit. Ik denk terug aan mijn jeugd in Spanje waar ik als blonde, lange meid nogal opviel. In Zuid Europa is het heel normaal dat je als vrouw de hele dag complimentjes en knipogen krijgt. Daar blijft het bij, mits je geen aanleiding geeft dat er meer te halen valt. Daarmee bedoel ik, geen oogcontact maken en stuurs doorlopen alsof je doof bent. Toen ik in Nederland ging studeren merkte ik meteen dat het hier niet zo werkt. Er waren 2 mogelijkheden, of ik had van de ene op de andere dag al mijn charmes verloren of de mannen waren hier gewoon anders in de omgang met vrouwen. Gelukkig voor mij, en bij navraag bij vriendinnen, blijkt het laatste het geval te zijn. Toen we vier jaar geleden hier met het gezin kwamen wonen en ik inmiddels 44 was ervaarde ik hetzelfde, juist wanneer een enthousiast fluitje of compliment een vrouw even een steuntje in de rug kan geven op deze overgangsleeftijd. Fluiten naar vrouwen is inmiddels zelfs verboden hoorde ik, ben altijd benieuwd welke vrouw zich hier nou in godsnaam zo moralistisch aan stoort. Wat trek je aan als je ergens naartoe gaat waar uitsluitend mannen aanwezig zijn? Ik hou van vrouwelijke kleding, een leuke broek met een blouse waar ik wel een paar knoopjes van open doe. Het liefst hakken erbij en natuurlijk make up en haar beetje fatsoenlijk. Maar ja, ik ga daar natuurlijk niet de kat op het spek binden. Het feit dat ik daar over nadenk is dat raar? En oogcontact, een hand op een schouder als je iemand wil laten merken dat je meeleeft? Ik doe het graag, ik hou van lichamelijk contact en diepe blikken om iemand in de ziel te kunnen kijken. Ik besluit mijn bezoek te zien als een observator deze keer en te proberen mij alles niet te veel aan te trekken. Bovenal hoop ik dat mijn grootste angst niet wordt bevestigd. De angst dat we nieuwe omgangsregels moeten introduceren om geen verkeerde boodschap te geven. De angst dat we terughoudend moeten worden als vrouw om een vriendschappelijke hand op een mannelijke schouder te leggen of iemand in de ziel te willen kijken zonder verdere bedoeling. De angst dat er verschillende regels moeten komen voor de omgang met mannen van buiten Lutjebroek.
0 Comments
Wel ietwat goedkoop wellicht om de nieuwsgierige lezer te verleiden met zo’n lokkertje als titel. Helaas doet een titel als “Een oproep tot behoud van nuance” het namelijk een stuk minder goed. Meningen doen het het beste in de media wanneer deze zo zwart als roet zijn of zo wit als sneeuw. Voorstanders van deze vorm van meningsuiting vinden het belangrijk om vooral “duidelijk” te zijn, “niet je mening onder stoelen of banken te steken”. Bovendien dient het voor koppen lezers als de manier om dan wel de discussie uit te dagen ofwel iemand of iets volstrekt belachelijk te maken. Je bent voor of tegen. Het is goed of slecht. Je bent een held of een loser. Ik ben geen van allen en van alles een beetje. En met mij iedereen. De vraag is namelijk altijd hoe iemand tot een bepaald inzicht komt. Hoe komt deze persoon aan zijn informatie? Welke filter past hij toe in het trekken van conclusies? Wat is zijn wereldbeeld? Hoe ziet hij zijn eigen rol in deze? En dan vooral, willen we er samen uit komen en zo ja met welk doel gaan wij in gesprek? Nederland staat al jaren bekend als een van de meest genuanceerde landen ter wereld. Ons poldermodel is voor velen een voorbeeld, voor anderen rede tot wanhoop. En alhoewel ook hier iets te zeggen is voor beide visies is het een feit dat er maar weinig samenlevingen zijn waar relatief zo weinig mensen buiten te boot vallen (een onbedoeld toevallig toepasselijke beeldspraak). Laten we deze nationale eigenschap met trots blijven volhouden, laten we een inspiratie blijven voor hoe het ook kan. Nou kan je natuurlijk deze nuancering in de vraagstelling onmiddellijk teniet doen door het weg te wuiven als “vaag gelul” (ik citeer) of je kan je bril even oppoetsen en met een frisse blik kijken naar een helder grijs gebied vol mogelijkheden, ruimte voor dialoog en wederzijds respect. Er is zoveel ruimte tussen zwart en wit. Wel 50 tinten schijnt het. Ik heb de boeken (nog) niet gelezen. De meningen tot dusver variëren van “heerlijke romantische ontspanning” tot “waardeloos verhaal met overdaad aan porno grenzende onzin”. Tja, moet het dan toch maar lezen dan. Een genuanceerde recensie volgt. |
De kolibrie als inspiratie
Onderwerp
Alles
Archief
Oktober 2016
|