Al jaren ben ik keihard bezig om iets op te bouwen. Iedere dag. Interesseert niemand natuurlijk wat ik er wel en niet voor doe, en dat neem ik ze ook niet kwalijk. Zielig ben ik evenmin. Het idealisme begint alleen een beetje een luxe te worden. Een luxe omdat ik het al jaren grotendeels bekostig met eigen spaargeld.
Zou cynisme beter betalen? vraag ik me soms af op grijze dagen. Wanneer ik lees dat ik alleen maar kan doen waar ik goed in ben zolang ik mijzelf staande kan houden financieel voel ik dat dat klopt. Natuurijk! Doe even een beetje zakelijk, please! Maar als je dan een leuke workshop organiseert en het wordt allemaal toch iets duurder dan je had gedacht, en niemand wil of kan eigenlijk meer betalen want, ja, beetje zelfde schuitje, dan kies ik voor mijn hart. Dan kies ik om het toch te doen voor minder. Zodat ik kan delen waar ik in geloof dat echt belangrijk is. Geld. Wat een gezeik. Ik kan me herinneren dat toen ik al een tijdje aan het schrijven was ik een mail kreeg van een oude kennis met de vraag waarom ik nooit iets over geld schreef? Sindsdien heb ik niets meer van hem gehoord. En ik weet dat alhoewel ik het echt een dooddoener vind om uiteindelijk geld te moeten verdienen, het wel een feit is. Ondanks alle goede intenties van alternatieve economieën van ruilen en delen er nog heel veel overblijft wat gewoon betaald moet worden. Ook weet ik dat ik het heel benauwd krijg van te weinig geld hebben, het beperkt namelijk echt je vrijheid en je zelfstandigheid. Niet voor iedereen hoor. Niet voor de echte helden. Maar ik ben gewoon een product van de jaren 80. Ga heel graag af en toe uit eten zonder me bij ieder glaasje wijn af te vragen of ik wel genoeg geld bij me heb. Ik wil graag verder op vakantie dan Domburg omdat ik andere culturen grenzeloos inspirerend vind. Ik wil naar de kapper om mijn grijze haren te verdoezelen. Ik wil graag in een huis wonen waar ik ook kan werken en waar we vrienden kunnen ontvangen zonder bij elkaar op schoot te hoeven zitten. Ik hoef geen dure auto of een winterjas van Ralph Lauren. Ik hoef ook niet iedere avond naar de film of het cafe. En dan ben je 48 en moet je blij zijn dat na 4 jaar inzet en netwerken iemand af en toe jouw stukje plaatst. Onbetaald natuurlijk. Want dat is een enorme goede kans om meer lezers te krijgen! Misschien is wat ik, en velen anderen doen, geen geld waard. Vindt iedereen het enorm sympathiek om te lezen enzo maar kopen ze liever die dag een worstenbroodje dan betalen voor inspiratie. Geef ze eens ongelijk. Inspiratie ligt gratis voor het oprapen. Tot dat er een dag komt dat inspiratie niet meer kan overleven omdat er niet alleen geen beleg is maar ook geen brood meer. De creatievelingen van deze wereld begrijpen wat ik bedoel. Dan bestaat de wereld wellicht uit worstenbroodjes en eenheidsworsten en is het te laat. Gewoon te laat. Het grappigste is nog wel dat ik niet eens bitter en cynisch kan blijven. Komt door die bloody inspiratie. Ach ja, "Je ken beter ten onder gaan met je eigen visie als met de visie van een ander" (Cruijff)
1 Comment
(Lees hier het eerste artikel over de voorbereidingen voor dit bezoek.) ‘We zijn hier niet gekomen voor onszelf. We zijn gekomen voor onze kinderen. Voor mijn 2 zoons van 3 en 7, voor mijn vrouw. Mijn broer heb ik 3 jaar geleden voor het laatst gezien. Geen idee waar hij is, of hij nog leeft. Mijn zwager is ook verdwenen. De drie kinderen van mijn oom zijn alledrie vermoord. Wat moeten we doen? We willen alleen een veilige plek. Mijn vrouw en kinderen wonen nu bij vrienden. Mijn huis is weg. Ik hou van werken. In Syrië werkte ik vaak 7 dagen per week, 12 uur per dag. Ik ben accountant. Ik wil naar Amsterdam, daar hebben ze veel accountants nodig.’
Ik moet even slikken en ben blij dat W. (37) ook even wegkijkt want ik voel de tranen opwellen. Zijn systematische manier van woordjes leren, herhalen, zijn vinger die heel secuur de woorden aanwijst, onderstreept zijn accountant methodiek. Hij wil het goed doen, herhaalt 8x dat -oe, niet -ie is en ook geen -au maar -oeeee. ‘Moeilijk' zegt hij met een glimlach. We lachen. Dat hoeven we niet te vertalen. We zitten met z’n vieren aan een tafeltje in de Rode Kruis tent bij de noodopvang voor vluchtelingen in het Autotron bij Rosmalen. Hier zijn dagelijks vrijwilligers aanwezig om taalles, fietsles en algemene informatie en ondersteuning te geven. Er wordt enthousiast gepraat, geregeld en georganiseerd. Iemand zet koffie en een ander is aan het vegen. Op het informatie bord hangen lijsten waar je je kan inschrijven voor de verschillende activiteiten. 'Vorige week zat het hier helemaal vol!’ legt een dan de vrijwilligers uit. Hij vertelt, zonder in details te treden, dat er de week ervoor wat onrust is geweest in de opvang en er voor is gekozen om een grote groep te verspreiden over andere locaties. ‘Goh, de les is wel een beetje chaotisch vandaag!’ Corry is de “juf”. Ze draagt een zelfde soort armbandje als ik. Zij met een kruisje, die van mij met een boeddha. Ze hoeft zich voor mij niet te verontschuldigen, ik ben blij met de gezellige chaos, de ruimte voor persoonlijke verhalen. Haar warme blik, haar motiverende ‘ja, heel goed!’ als W. de negende keer wél -oeeeeee zegt met een lange oeeee. We gaan verder met de tijd. Ook dat is in het Nederlands anders dan in de meeste talen. Half vier, is in Syrië half over drie. W. uit Syrië vertaalt even voor A. (23) uit Soedan hoe het zit. In het Arabisch. Begrijpen elkaar gewoon. Hun huidskleur en gelaatstrekken verklappen geen enkele overeenkomst. ‘Net zoals Engels uit Amerika en Engels uit Engeland, is alleen een ander dialect’ ‘En hoe laat is het over een half uur als het nu 9:00u is?’ Even stilte, er wordt hard nagedacht. ‘Stel je voor je hebt om 9u een afspraak maar ik vraag of je een half uurtje later komt?’ In Spanje zou je daar niet voor bellen. Dan is het gewoon een beetje uitgelopen. Heb het vermoeden dat ze in Syrië en Soedan wellicht ook ietwat minder geobsedeerd zijn met tijd dan wij. Ik besluit even een nadenk pauze in te lassen door uit te leggen, met een verontschuldigende blik, dat we in Nederland een beetje serieus omgaan met tijd. Dat we er niet zoveel van hebben ofzo. A. is er niet helemaal bij met z'n gedachte. Hij gaat waarschijnlijk ook binnenkort op "transfer". Geen idee waarnaartoe. En of zijn vrienden ook meegaan. Hij wil het liefst blijven, ondanks de tenten, de klapperende daken als het waait, de kou 'S-nachts. Toen ik aankwam zag ik een bus vertrekken, later hoorde ik dat dat een hele groep was op weg naar de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) in Den Bosch. Een spannend bezoek met interview en mogelijke beslissing over een toekomst wel of niet in Nederland. ‘We kwamen voorbij boten met vrouwen en kinderen die ons om hulp smeekten. Wat moesten we doen? We waren zelf al drie dagen op zee, overgeleverd aan God in een rubber bootje. Het was zo erg.’ A. kijkt me recht in m'n ziel aan. ‘Ik wil graag ingenieur worden, iets technisch. Ik heb mijn school afgemaakt in Soedan, wilde eigenlijk gaan studeren maar de oorlog maakte dat onmogelijk. Mijn broer was arts, hij is doodgeschoten door de militia. Hij wilde alleen maar mensen helpen. Hij was een goede man. Hij is 27 geworden.’ A. draagt een felblauw sweatshirt dat mooi afsteekt bij zijn zwarte huid. Sportieve vent, toonbeeld van veerkracht. Hij wil verder, moet verder. Maar de telefoontjes met thuis zijn zwaar. Problemen en verdriet, en dan zo ver weg. Zonder dat je iets kan doen. De taalles is afgelopen. Ik vraag of ik mag zien waar ze wonen en slapen. Natuurlijk! Corry stelt voor om even toestemming te vragen, we mogen eigenlijk niet voorbij de gemeenschappelijke tent. W. vraagt waarom we stoppen bij de receptie, ik leg het uit. 'Toestemming? Waarom?' Ik vertel dat omdat wij vrouwen alleen zijn er waarschijnlijk strengere regels zijn in een mannelijke omgeving. Hij kijkt erbij alsof ik niet helemaal lekker ben. 'Hoezo?' Tja. Het antwoord is nee. Hoe overtuigend ik ook probeer te zijn. Afscheid nemen dan maar... ‘Ik doe mijn best voor jullie. Ik vertel jullie verhaal. Good luck.’ Ik leg mijn hand op de schouder van W. die naast mij staat. ‘Ik denk aan je kinderen.’ Corry en ik lopen naar de uitgang en W. en A. naar hun desbetreffende tent. Ik ga nog even langs bij het Rode Kruis om afscheid te nemen. Er zitten twee mannen aan een naaimachine hun broek in te nemen. Een jongen zit met capuchon ver over zijn hoofd getrokken te spelen op een elektrische piano. Twee mannen komen binnen en begroeten mij respectvol knikkend. Morgen krijgen ze fietsles. Volgende week gaan ze zwemmen. W. zei het al, actief blijven is heel belangrijk voor je gezondheid. In deze ruimte komen de mannen bij elkaar die het kunnen opbrengen om vooruit te kijken. Ik probeer me voor te stellen wie er allemaal in de grote tent nog diep onder de dekens verstopt ligt, te dromen over thuis. Toen alles nog normaal was. ‘Moet ik mezelf uitschrijven?’ ‘Nee hoor dat doen wij wel’ De beveiliging neemt mijn bezoekerspasje weer in ontvangst. Ik loop terug naar mijn auto. 'Hartverwarmend' is het enige wat ik mijn lief kan antwoorden als hij mij per Whatsapp vraagt hoe het was. Het contact dat ontstaat in een paar uur samenzijn met volkomen vreemden geeft mij weer zoveel hoop. De inzet van zowel de vrijwilligers om te helpen als de vluchtelingen om zich daarvoor open te stellen. De veerkracht om iedere dag weer een stapje vooruit te zetten richting de toekomst. Bij het openen van de achterdeur snuif ik heel bewust de geur op van drogend wasgoed, koffie van vanochtend en na-smeulend hout van de open haard van de avond ervoor. Ik ervaar een gevoel van dankbaarheid en tegelijk verdriet voor de mensen voor wie “thuis” voorlopig alleen een herinnering is. “Als je maar zorgt dat je nergens alleen bent!” Mijn anders zo onbezorgde echtgenoot kijkt mij ernstig aan.
Vijfhonderd mannen samen onder 1 dak met weinig tot niets te doen de hele dag. Er lijkt mij niet veel nodig om dat uit de hand te laten lopen. Ik heb volgende week een afspraak om Rode Kruis vrijwilligers een ochtend mee te helpen in het Autotron in Rosmalen waar nu vijfhonderd mannelijke vluchtelingen worden opgevangen. Wat ik daar ga doen? Met mijn eigen ogen zien en aanvoelen hoe zoiets in z’n werk gaat. Wat voor sfeer heerst er? Hoe voel ik mij als vrouw tussen al die mannen? “Het zijn gewoon mensen hoor!” zei mijn contact bij het Rode Kruis. Aan zijn toon hoorde ik dat hij dit inmiddels voor zijn gevoel net iets te vaak moest uitleggen. Ik liet zijn emotie bij mij even nawerken voordat ik reageerde. “U vindt het toch niet vreemd dat ik vraag of het veilig is om als vrouw op een locatie te komen met 500 mannen die al weken / maanden samen zitten opgesloten? Het maakt mij niet uit of dat vijfhonderd mannen uit Syrië zijn of uit Lutjebroek!” Maar daar zit natuurlijk wel de crux. Maakt het uit? En als ik eerlijk ben maakt het zeker uit. Ik denk terug aan mijn jeugd in Spanje waar ik als blonde, lange meid nogal opviel. In Zuid Europa is het heel normaal dat je als vrouw de hele dag complimentjes en knipogen krijgt. Daar blijft het bij, mits je geen aanleiding geeft dat er meer te halen valt. Daarmee bedoel ik, geen oogcontact maken en stuurs doorlopen alsof je doof bent. Toen ik in Nederland ging studeren merkte ik meteen dat het hier niet zo werkt. Er waren 2 mogelijkheden, of ik had van de ene op de andere dag al mijn charmes verloren of de mannen waren hier gewoon anders in de omgang met vrouwen. Gelukkig voor mij, en bij navraag bij vriendinnen, blijkt het laatste het geval te zijn. Toen we vier jaar geleden hier met het gezin kwamen wonen en ik inmiddels 44 was ervaarde ik hetzelfde, juist wanneer een enthousiast fluitje of compliment een vrouw even een steuntje in de rug kan geven op deze overgangsleeftijd. Fluiten naar vrouwen is inmiddels zelfs verboden hoorde ik, ben altijd benieuwd welke vrouw zich hier nou in godsnaam zo moralistisch aan stoort. Wat trek je aan als je ergens naartoe gaat waar uitsluitend mannen aanwezig zijn? Ik hou van vrouwelijke kleding, een leuke broek met een blouse waar ik wel een paar knoopjes van open doe. Het liefst hakken erbij en natuurlijk make up en haar beetje fatsoenlijk. Maar ja, ik ga daar natuurlijk niet de kat op het spek binden. Het feit dat ik daar over nadenk is dat raar? En oogcontact, een hand op een schouder als je iemand wil laten merken dat je meeleeft? Ik doe het graag, ik hou van lichamelijk contact en diepe blikken om iemand in de ziel te kunnen kijken. Ik besluit mijn bezoek te zien als een observator deze keer en te proberen mij alles niet te veel aan te trekken. Bovenal hoop ik dat mijn grootste angst niet wordt bevestigd. De angst dat we nieuwe omgangsregels moeten introduceren om geen verkeerde boodschap te geven. De angst dat we terughoudend moeten worden als vrouw om een vriendschappelijke hand op een mannelijke schouder te leggen of iemand in de ziel te willen kijken zonder verdere bedoeling. De angst dat er verschillende regels moeten komen voor de omgang met mannen van buiten Lutjebroek. Wel ietwat goedkoop wellicht om de nieuwsgierige lezer te verleiden met zo’n lokkertje als titel. Helaas doet een titel als “Een oproep tot behoud van nuance” het namelijk een stuk minder goed. Meningen doen het het beste in de media wanneer deze zo zwart als roet zijn of zo wit als sneeuw. Voorstanders van deze vorm van meningsuiting vinden het belangrijk om vooral “duidelijk” te zijn, “niet je mening onder stoelen of banken te steken”. Bovendien dient het voor koppen lezers als de manier om dan wel de discussie uit te dagen ofwel iemand of iets volstrekt belachelijk te maken. Je bent voor of tegen. Het is goed of slecht. Je bent een held of een loser. Ik ben geen van allen en van alles een beetje. En met mij iedereen. De vraag is namelijk altijd hoe iemand tot een bepaald inzicht komt. Hoe komt deze persoon aan zijn informatie? Welke filter past hij toe in het trekken van conclusies? Wat is zijn wereldbeeld? Hoe ziet hij zijn eigen rol in deze? En dan vooral, willen we er samen uit komen en zo ja met welk doel gaan wij in gesprek? Nederland staat al jaren bekend als een van de meest genuanceerde landen ter wereld. Ons poldermodel is voor velen een voorbeeld, voor anderen rede tot wanhoop. En alhoewel ook hier iets te zeggen is voor beide visies is het een feit dat er maar weinig samenlevingen zijn waar relatief zo weinig mensen buiten te boot vallen (een onbedoeld toevallig toepasselijke beeldspraak). Laten we deze nationale eigenschap met trots blijven volhouden, laten we een inspiratie blijven voor hoe het ook kan. Nou kan je natuurlijk deze nuancering in de vraagstelling onmiddellijk teniet doen door het weg te wuiven als “vaag gelul” (ik citeer) of je kan je bril even oppoetsen en met een frisse blik kijken naar een helder grijs gebied vol mogelijkheden, ruimte voor dialoog en wederzijds respect. Er is zoveel ruimte tussen zwart en wit. Wel 50 tinten schijnt het. Ik heb de boeken (nog) niet gelezen. De meningen tot dusver variëren van “heerlijke romantische ontspanning” tot “waardeloos verhaal met overdaad aan porno grenzende onzin”. Tja, moet het dan toch maar lezen dan. Een genuanceerde recensie volgt. De moeders die daarnaast ook nog een eigen leven proberen op te bouwen om niet alleen de kinderen gedegen af te leveren aan de samenleving maar ook zelf als mens een stempeltje achter te laten. Een stempeltje wellicht geïnspireerd door hun eigen moeder als voorbeeld van hoe het kan en in sommige gevallen misschien wel hoe het in ieder geval niet moet. Zelf val ik in de eerste groep, gelukkig. Hoe ouder je wordt hoe meer je dingen beter begrijpt. Soms moet het even bezinken. Bijvoorbeeld toen ze zei, “Hey dat is een leuke jongen!” en dat ik dan 3 jaar later met die jongen in het huwelijk stapte. Of toen ze zei, “Hey, dat is een leuk huis!” en dat we 6 maanden later dat huis kochten. Of de dagelijkse bepalende dingen, zoals iedere dag koken en de tafel dekken met liefde. Of geschenkjes zoals dit beeldje.
Begin dit jaar had ik een yoga “teacher training” van Shiva Rea waarin dansen en bewegen centraal stonden. Dansen niet alleen fysiek, maar ook je gedachtes laten dansen, je ideeën, problemen, uitdagingen. Gewoon wat vaker denken: “I need to dance with that!” En het dan van alle kanten bekijken, eromheen bewegen, draaien, het tegemoet komen en dan kijken of het “probleem” misschien wel met je mee wil dansen… in plaats van daar gewoon een beetje stom te blijven staan. Ok, kom maar op, let’s dance! Nou ben ik altijd nogal een dansertje geweest ;) Eerst jazz ballet als kind waar ik het bewegen heerlijk vond maar de choreografie, hoe eenvoudig ook, onmogelijk kon onthouden. In Amsterdam in de dans cafés op het Leidseplein is mijn huppeltje vrij bekend geworden. Ik deed die het liefst in mijn eentje want ik vond niemand zo gek om met mij mee te huppelen en bovendien vond ik het ook best lekker, mijn eigen ding doen. Bij de yoga teacher training bleek dat wanneer je allemaal met hetzelfde doel beweegt, je niet alleen jezelf maar ook elkaar enorm versterkt. Die filosofie is nu de basis van al mijn yoga lessen. Samen bewegen, elkaar versterken. De dynamiek van een groep met goede intenties kan bergen verzetten. Ik denk aan de moeders die met hun kinderen moeten vluchten, aan de moeders die in oorlogsgebieden nog een maaltijd op tafel proberen te toveren met een glimlach. Aan de moeders die met verdriet terug denken aan hun moeders en inzien dat ze door omstandigheden hun eigen jeugd nooit zullen kunnen evenaren. Aan de vrouwen die zo graag moeder hadden willen worden. Aan de moeders die, ondanks alle dagelijkse inspanningen, het contact met hun kind verliezen en ze zien afdrijven naar onbereikbare eilandjes. Of het meest verdrietige wat je als moeder kan overkomen, voor altijd afscheid nemen van je eigen kind. Voor alle andere moeders die het geluk hebben moeder te zijn van gezonde kinderen in een situatie van mogelijkheden, laten we samen allemaal even stilstaan en vervolgens samen dansen om hen te steunen. Hoe “steunen” er voor jou uitziet dat laat ik aan jou over. “Take a minute” om erover na te denken terwijl je hier op danst, beweegt zoals jij dat graag doet. Iedereen heeft zijn eigen dans, het is de flow die we delen. Ik wens iedereen een gelukkig 2016. Laten we meer dansen. “Bekijk het gewoon allemaal vanaf de keukentafel!?” Marja heeft mijn manuscript in een hand en in de andere een mok cappuccino. Ik knik enthousiast. Als je dan toch neerkomt op aarde dan is de keukentafel toch wel “the place to be”. Het wordt gekscherend vaak gebruikt als symbool voor nuchterheid en eenvoud maar is natuurijk veel meer dan dat. Het is het hart van thuis, zo’n plek die je eigenlijk nooit fotografeert maar waar wel de mooiste herinneringen worden gemaakt. De momenten die stiekem de basis zijn van dagelijks geluk zonder dat je er altijd bij stil staat. De gezelligheid van eten klaar maken, kopjes thee zetten, rommelen, huiswerk, briefjes voor school. Gesprekken tussendoor onder het afwassen die later vaak bepalend blijken. De familie kalender pontificaal op de koelkast met verjaardagen, afspraken en “to do’s”. Ritueel, ritme en routine komen hier als vanzelf bij elkaar. Feestjes waarvoor je het hele huis gezellig maakt en dat dan vervolgens iedereen op elkaars lip, heel onhandig, maar "oh zo gezellig!" om de keukentafel staat. Ik zit met Marja in een hip cafe in Utrecht en we hebben een redactie-advies gesprek over mijn boek. Voor het eerst ga ik met een onbekende mijn manuscript bespreken, ik kom literair uit de kast zeg maar. Om maar meteen met de deur in huis te vallen probeer ik zo duidelijk mogelijk mijn ideeën toe te lichten. We komen al snel tot de conclusie dat ik waarschijnlijk 5 boeken moet schrijven en Marja stelt wijselijk voor om dan maar eerst met het eerste boek te beginnen. Ze is to the point, begrijpt waar ik naartoe wil en houdt de teugels van de vorm strak zonder dat ik het gevoel heb dat ik wil steigeren. Het is heerlijk om mijn hersenspinsels handen en voeten te geven. Dat het boek er gaat komen is inmiddels voor mij al een feit, de aanpak, en dan met name vormgeving en marketing worden nog een hele kluif. Het idee van Marja om mijn boek “vanaf de keukentafel” te schrijven zal mensen die mij enigszins kennen, niet verrassen. Dichtbij huis, het hart van thuis, waar alle kleine dagelijkse beslissingen ons leven vorm geven. De revolutie begint eigenlijk in de keuken. Het is het perfecte symbool voor het grote plaatje. Stiekem was het natuurlijk ook een goeie tip voor iemand die neigt het grote plaatje wel erg groot te maken waardoor je een app nodig hebt met locatievoorziening om te ontdekken waar je in godsnaam bent gebleven. De keukentafel als symbool, daar kan ik goed mee leven. Ja beste mensen, het boek komt eraan en dat de beste tip datgene is wat je eigenlijk al weet dat werd ook met Marja weer bevestigd. Wil je op de hoogte blijven? Alvast een exemplaar bestellen? Geef je dan hier op voor de mailinglijst! Geen spam hoor, maximaal 1x per maand een update!_ Het artikel dat zaterdag 26 september 2015 geplaatst is in het Brabants Dagblad, rubriek "Geachte..." (opinie). Zie tekst onder. Geachte medemens op de vlucht,Wij hebben geen idee hoe het voelt om vluchteling te zijn, vergeef ons dus bij voorbaat ons onbegrip en onze onhandigheid. Wij zijn namelijk al zo lang verwend dat wij ons vaak druk maken over onbelangrijke zaken. Over een vuilnisbak die niet recht staat, over eventjes wachten bij de huisarts, over geen kopje koffie krijgen bij de NS als er alweer 4 minuten vertraging is. We hebben altijd haast, moeten altijd ergens naartoe en gaan op vakantie naar een andere plek om te genieten van het leven. Sommige van ons werken met plezier, maar een grote groep werkt alleen om te betalen voor het huis en de onkosten. Niet in de mijnen hoor, en ook meestal niet meer dan 40 uur per week. De meeste achter een bureau met een computer en een koffie machine op loopafstand. Velen kijken uit naar hun pensioenleeftijd waarop ze eindelijk kunnen gaan genieten en tijd krijgen voor hobby's en de kleinkinderen. Misschien is het voor jullie moeilijk te bevatten dat we in al deze luxe en vrijheid toch nog zo vaak ongelukkig kunnen zijn. Veel mensen moeilijk om kunnen gaan met de hoge verwachtingen die een geoliede machine met zich meebrengt. Mochten jullie ooit bij mijn landgenoten thuis komen, verwacht dan geen grote, gevulde, gedekte tafel en stomende pannen met eigen gemaakte soep. Wij zijn namelijk een beetje “kat uit de boom kijkerig” en daarmee bedoelen we dat we niet voor zomaar iemand veel moeite gaan doen. Maar wees gerust, dit maken we allemaal heel duidelijk. Ja is ja en nee is nee. Gelukkig zijn we ook open en vriendelijk, een mooie bijkomstigheid die wij ons kunnen permitteren in een vrij en veilig land. We houden van organisatie en structuur en zijn dit inmiddels zo gewend dat we misschien even moeten wennen aan mensen die dat niet meteen onder de knie hebben. Vertel ons dan wat verdriet en onzekerheid doet met je organisatietalent, vertel ons hoe het voelt om afhankelijk te zijn van mensen die je niet kent, in een land waar de taal en de gewoontes onbekend zijn. Vertel ons hoe het voelt om te kiezen om alles achter te laten voor de toekomst van je kinderen en na een maand reizen, nauwelijks slapen of eten te ….twijfelen, s’nachts op je camping bed in een sporthal. Na een reis die oneindig leek begint de reis nu pas echt. Wij hebben geen idee hoe het voelt om vluchteling te zijn. Geef ons tijd, heb geduld. Want we zijn ook leergierig en solidair. Als het moet. En nu moet het. Marina de Boer "De oorlog in Syrië en de vluchtelingencrisis - in 6 minuten en 16 seconden. Het Duitse animatiebureau Kurzgesagt maakte dit geweldige filmpje. In no-time wordt duidelijk hoe groot de ramp is, waarom Europa te weinig doet en, belangrijker nog, waarom we deze uitdaging wél aankunnen." uit De Correspondent Lees ook "15 vragen en antwoorden..." Velen die met yoga beginnen en verwachten er een “gewone” work out te ervaren komen van de koude kermis thuis. Het is namelijk, los van de intensiteit en het soort yoga dat je doet, vooral een work out voor je geest. Die spieren zijn vaak nog wat slapjes....Lees hier verder mijn blog op mijn Yoga site. Ik kom uit de kast met een dubbele agenda ;)
Wat leuk! 2 jaar na dit bezoekje & deze post is de Waterbuffel-boer trending topic op de nationale TV en radio! Ach ja, I told you :) Dus voor alle nieuwe KNUFFELBUFFEL fans, mijn blog over een dagje OP BEZOEK BIJ BOER ARJAN EN ZIJN KNUFFELBUFFELS KNUFFELBUFFELS in het NIEUWS! Fotoserie van Gert Janssen : Klik hier - Telegraaf TV: klik hier - Dumpert : klik hier - Omroep Brabant : klik hier - Hart van Nederland : klik hier - Het Jeugdjournaal : klik hier "In the end we will conserve only what we love..."Na de industriële revolutie zijn we van burgers gebombardeerd tot consumenten. Wat dit betekent? Een burger wil graag dat de boer zijn koeien aait maar de consument wil zo min mogelijk betalen voor zijn hamburger. Vroeger besteedde we rond de 40% van ons besteedbare inkomen aan eten. Nu proberen we het als consument onder de 12% te houden. En voor dat geld heeft de boer geen tijd voor aaien. Geen ruimte voor zijn vee om vrij rond te lopen. Geen geld voor écht verantwoorde voeding. Alleen volume maakt het zakelijk nog haalbaar om te overleven. Zeggen ze. Het is dus niet vreemd dat biologische voeding duurder is. Het kost meer tijd, moeite en geld. Of we moeten om de beurt zelf de koeien gaan aaien. "In the end we will conserve only what we love...”. Misschien kiezen we dan heel bewust voor een maaltijd, zelfs af en toe zonder vlees, en gaat de boer zich omscholen. Óf je gooit het roer om en begint een Stoerderij. Voor het beginnen van een “gewoon” melkveebedrijf bestaat een quotum dus koos Arjan Swinkels voor waterbuffels. In zijn Stoerderij in Breugel houdt hij waterbuffels en verkoopt hij rauwe buffelmelk, buffelijs en buffelvlees. Op zijn 7 hectare lopen 18 waterbuffels. De kalfjes blijven bij de moeder. De stieren lopen apart in een verder veldje waar ze zich alleen druk hoeven te maken over waar het lekkerste gras groeit en welke boom de fijnste schaduw geeft. Ze hoeven niet veel te buffelen zeg maar. De rust die Arjan uitstraalt werkt aanstekelijk. We kuieren een beetje achter hem aan door het kniehoge gras. De zon straalt, it could be worse. “Wachten jullie hier even? is geen straf toch?” en inderdaad, laat ons maar lekker staan. Onze zoons bedenken een leuk spelletje, wie plukt de langste grasspriet en testen welk draad er onder stroom staat. Geen mobiel bij de hand leidt vaak tot mooie dingen. Ondertussen badderen de buffels ongestoord door hun poeltje. Een van de buffels heeft zin in actie en spurt erop los. We zitten allemaal onder de modderspatten en kijken elkaar proestend aan. De rauwe melk is vooral geliefd bij zijn Turkse klanten. Ze komen uit België speciaal bij hem de melk halen en maken er romige yogurt van, een Turkse delicatesse. De dagelijkse hoeveelheid melk is nog niet genoeg om aan een groothandel te verkopen. Eigenlijk zou een vergelijkbare kleinschalige kaasmaker zijn melk moeten afnemen. Wat mij steeds weer opvalt bij dit soort pioniers is dat zij in het reguliere circuit niet terecht kunnen. De kleinschaligheid vereist een andere logistiek. En bovendien functioneert het het beste om met mensen te werken met vergelijkbare ideologieën. Dan hoef je elkaar niet alles uit te leggen. Gewoon duidelijke afspraken (2 kratten bier voor de site) hebben gezorgd voor een mooie weergave van zijn droom. Arjan runt zijn Stoerderij naast zijn vaste baan. Zijn crowdfunding loopt wel boven verwachting en zijn producten worden enthousiast afgenomen op de verschillende markten zoals de populaire Feel Good Market op Strijp-S (Eindhoven). Uiteraard sluiten wij, samen met onze vrienden, ons bezoekje af met een crowdfunding toezegging. Dit soort initiatieven moeten gesteund worden. Bij het inleggen van €100 krijgen we over een jaar vlees t.w.v. €125. Probeer dat maar eens te evenaren bij de bank! Arjan´s bedrijfsvoering en zijn visie zijn een voorbeeld van onze nieuwe economie met hernieuwde waarde voor onze voeding en omgeving. Nog even een laatste aai over een modderig buffel hoofd en met 3 potten ijs, hernieuwd positivisme en 1kg gehakt vertrekken we huiswaarts.
Volgens de Tom Tom is er een kortere weg. We moeten de snelweg af, stukje om. De vraag is dan natuurlijk altijd of iedereen die melding krijgt en of we dan zometeen gezellig samen op de b-route in de file staan. We nemen het risico. Als we dan toch in de file rijden dan maar liever op een b-route. Ik ben altijd geraakt door het idee van door een dorp sjezen, langs wandelende mensen, vrouwen die de stoep vegen, kinderen die spelen met een bal. En dan soms heel even een milliseconde oogcontact. Heel even kruisen onze levens elkaar. Is er wellicht een gedachte, een besef van een vliegensvlug moment van begrip, herkenning. Je gaat ervan uit dat je elkaar nooit meer ziet, maar dat weet je natuurlijk nooit zeker. Misschien kom je elkaar nog eens tegen bij de Eiffel Toren, jaren later als je allebei een weekendje Parijs hebt georganiseerd. Toevallig hetzelfde weekend, op dezelfde plek op hetzelfde moment. Mocht het zo zijn dat je daar naast elkaar in de rij staat een kaartje te kopen, herken je elkaar natuurlijk niet. Misschien heb je wel dezelfde vragen over het leven, vergelijkbare afwijkingen. Je zal het nooit weten.
We hebben diezelfde ochtend afscheid genomen op de surf club. De kinderen mochten op “de muur” ("alleen voor de leuke mensen!") hun bericht schrijven. Er was nog een klein gaatje over. Allemaal leuke mensen, die je nooit hebt gezien of zal ontmoeten. Of wel….?Misschien heb je wel met de buurjongen van de jongen die naast je staat op de muur in een vlucht naar Malaga gezeten. Who knows. Misschien kom je elkaar wel tegen de volgende keer dat je gaat kanoën in de Dordogne. We stoppen voor een korte lunch en plas pauze. In de file, nu bij de toiletten. Voor en achter je mensen, jongeren, ouderen, kinderen. Allemaal onderweg. We stappen weer in. Ik nestel mij op de bijrijder stoel tussen kussens, tassen met dingen die je allemaal in de buurt moet/wil hebben. Ik mopper een beetje op mezelf dat ik het iedere keer voor elkaar krijg om mijn tentje op te zetten op een autostoel en daardoor zelf nauwelijks mijn benen kwijt kan. Ik sluit de deur en open nog even het raam voor een laatste teugje frisse lucht. Ik vang de blik van een vrouw aan de overkant geparkeerd in een vergelijkbare ingebouwde zitpositie, ze kijkt naar me en glimlacht in herkenning. Ik glimlach terug. Gelukkig ben ik niet alleen. Als ik een inzink momentje krijg probeer ik mij voor te stellen hoe onze avond zal zijn op ons logeer adres. Ik realiseer me dat de uren file en de b-routes hebben gezorgd voor behoorlijke vertraging. We komen als we mazzel hebben pas rond 8 uur s'avonds aan. Ik raak dan altijd licht in paniek bij de gedachte dat ik na zo’n lange dag opgevouwen te hebben gezeten wel eens met een waardeloos maaltje in een slecht bed terecht zou kunnen komen. Ik besluit ons logeer adres even te bellen dat we wel komen, zij het iets later dan gepland. Ik vraag voorzichtig wat de diner mogelijkheden zijn. Op ons eerste B&B adres konden we nog geen glaasje water krijgen dus ik heb geleerd dat sommige hun aanbod behoorlijk letterlijk nemen. Het was geen probleem, we konden “mee eten”. Alhoewel mee eten natuurlijk uiterst gastvrij klinkt kan het van alles betekenen. Ik was nog niet echt gerust gesteld. Mijn moeder was ondertussen druk aan het appen om ons nog een beetje moed in te praten. Het was een "heel mooie plek" en zag er "echt goed uit allemaal". Ze had het even gegoogeld. We rijden de oprit op van La Commanderie. Er staan een stuk of 10 autos. Ok, mee eten betekent dus dat er meer gasten zijn. Een prachtig kasteel achtig huis omringd door een enorm park, een leuk chaotische ontvangst, mensen die binnen in de keuken en buiten aan een lange tafel aan glaasjes wijn zitten en kletsen. Er wordt ook Nederlands gesproken. Een echtpaar uit Rijsen, bij mijn moeder in de buurt, een groepje vrienden uit Amsterdam, een marathon loper uit Arnhem. Een familie uit Zwitserland. Een heerlijke kamer, overal kunst en prachtige kleden. Een eeuwen oude houten trap die je komst al vanaf de eerste trede aankondigt. We komen in gesprek met de rest van de gasten en na een korte wederzijdse inschatting blijken we allemaal zin te hebben in een leuke avond. We lachen tot we buikpijn hebben. Het eten is heerlijk, de sfeer uitgelaten, gekke verhalen wisselen serieuze thema's af over hoe biologisch de wijn met keurmerk nou helemaal is, hoe lang onze samenleving nog overleeft en wat je je vader eigenlijk nog had willen vragen voordat hij overleed. We kennen nauwelijks elkaars namen. Het stel uit Rijsen staat wellicht volgende week naast mijn moeder bij de bakker en ik heb misschien wel met de Amsterdammer in hetzelfde cafe gestaan in de jaren 90. Wie zal het zeggen. Bij iedere ontmoeting laat je een stukje van jezelf achter en neem je een stukje van de ander mee. Contact. Hoe vluchtig ook, je bent voor altijd een millimomentje een herinnering in iemands leven. We rijden de volgende ochtend met een blij gevoel, ondanks de lichte kater, weg bij La Commanderie. Het was mooi. |
De kolibrie als inspiratie
Onderwerp
Alles
Archief
Oktober 2016
|