Ik heb niets te verbergen.
Dat is maar goed ook want op onze nieuwe woonplek hebben we zo'n raam aan de straatkant dat zicht geeft door het hele huis. 'S-avonds doen we dan wel de gordijnen dicht maar overdag, of ik nou zit te werken, thee te drinken met een vriendin of sta te stofzuigen I'm in the picture. Toch heeft dat ook wel iets gezelligs dat contact met voorbijgangers, en dat vinden zij kennelijk ook want ze kijken allemaal even naar binnen. Ik ben vorige week aangereden in de file. Voor het eerst in mijn leven. Ik was dan ook behoorlijk beduusd en kreeg het nauwelijks voor elkaar om helder genoeg te zijn om het schadeformulier in te vullen. De tegenpartij, jaar of dertig, had dit in de gaten en zei nog net niet "mevrouwtje" tegen me, maar het scheelde weinig. Gelukkig bleek bij thuiskomst dat de gapende gaten in het formulier alsnog probleemloos ingevuld konden worden. Twee minuten googlen en de tegenpartij was gevonden op linked in, twitter en facebook. You can run but you can't hide. Hij belt mij diezelfde ochtend dat hij de rest heeft doorgemaild "hé, maar je hebt toch geen mail adres?" "nou", zei hij, "dat was niet zo moeilijk, je hebt twee web sites en je staat op twitter, facebook en linked in". Oh ja. I can run but I can't hide. En toch moet dat het gedrag van individuen in een samenleving beïnvloeden, het feit dat iedereen traceerbaar is. Overal waar ik kom en iets koop of een afspraak maak is mijn postcode en huisnummer voldoende om mijn adres, gezinssamenstelling en energieleverancier in te zien. Het is vaak erg handig maar soms ook wel vreemd. Het doet me denken aan een lollige mail van een kennis uit Spanje de eerste weken van onze inburgering waarin de Nederlandse regelstaat volledig belachelijk wordt gemaakt. Er wordt een gesprek nagebootst van een telefonische bestelling bij de Pizzahut. Aan de hand van de postcode krijgt de besteller dieet advies voor zijn pizza keuze met behulp van het medisch dossier dmv het BSN nummer. Nou ja, het scheelt weinig. Wat dan weer wel leuk is, is dat nog niet iedereen weet dat we zijn verhuisd. Dus als ik slechts mijn geboortedatum doorgeef woon ik elders. Beetje pesten soms kan geen kwaad. Ons huis heeft nog geen huisnummer, de bel doet het niet en onze namen staan nog niet op de deur. Derde wereld praktijken zeg maar. Toch geeft het op een kinderachtige manier een beetje plezier dat we misschien voor wat verwarring zorgen tussen al dat geregel. Want het zijn er wel veel, die regels. Of het nou over school gaat, hoe je je boekhouding moet bijhouden of wanneer het oud papier naar buiten moet en hoe het gepresenteerd moet worden. Manlief kan de behandelingen waar hij in excelleert niet doen want er is geen behandelcode voor en zoonlief kan geen extra bijles krijgen want hij heeft geen verklaring. Soms als ik neig naar zeuren (hoort bij de inburgering ;) lees ik mijn verhalen van de eerste maanden nog even terug. Die vol verwondering en enthousiasme. Ik realiseer me dan weer dat de keerzijde evenmin wenselijk is. Dat is de keerzijde overigens zelden.
1 Comment
Of ik in de buurt van een varkensstal woon??
Ja, in Brabant en dan zeker in oost Brabant leven zo´n 340,000 varkens. Je woont dus áltijd in de buurt van een varkensstal. In dit geval betrof het een routinevraag op het intakeformulier van het Jeroen Bosch ziekenhuis i.v.m. de MRSA bacterie. Ik had er nog nooit van gehoord voordat we hier in Nederland kwamen wonen. Tijdens mijn eerste bezoek destijds aan een ziekenhuis verbaasde ik mij over het bordje bij de receptie “Komt u regelmatig in contact met varkens? Graag vermelden bij de inschrijving.” “huh??!!” Natuurlijk ruik ik ze wel eens, die varkens. Maar ja, je ziet ze nooit hè. Want ze zitten lekker met z´n allen opgesloten, lekker dicht bij elkaar, lekker luieren, want ja, veel bewegen zit er ook niet in, én dan wordt je lekker vet. Ik reed een keer voorbij zo´n veevervoerwagen waar je dan net door de spijlen heen hun huid kan zien. Ik schrok van de gelijkenis met die van de mens. Maar ok, het is niet mijn bedoeling om hier een Wakker Dier Actie te houden. Wakker Mens, daar moeten we naartoe. Ik hou van logisch nadenken, werkt verhelderend. Voordeel is dat we het met een beetje goeie wil, allemáál kunnen. Dit zijn de feiten: In ziekenhuizen en varkenshouderijen kampen ze met een zelfde probleem. Ja ik geef toe, de link tussen een varkensstal en een ziekenhuis is niet direct visueel gelegd maar voor beiden is de MRSA bacterie een groot probleem. MRSA staat bekend als een ziekenhuisbacterie maar is sinds 2005 ook ontdekt bij varkens, de houders en hun gezinnen. De oorzaak is zowel bij ziekenhuizen als varkenshouderijen het antibioticagebruik. Nou is daar in een ziekenhuis veel bij voor te stellen maar bij varkens zit het in veevoeder om dierziekten te beperken en groei te bevorderen. Volgens informatie op wikipedia is inmiddels 40% van de varkens besmet met de MRSA. “Aangezien resistentie-eigenschappen gemakkelijk kunnen worden overgedragen op andere bacterie-soorten...vormt de wijdverbreide aanwezigheid van MRSA bij slachtvee een aanzienlijk risico voor de volksgezondheid.” Groeiende cijfers zijn inmiddels ook bekend bij vleeskuikenbedrijven en slachtbedrijven. Laatst bij de schoonheidsspecialiste (ja, sorry even een sprongetje zonder bruggetje) vertelde Linda mij dat haar oom, Eric van den Heuvel, een belgisch probiotica product heeft ontdekt dat niet alleen de MRSA bestrijdt maar er tegelijkertijd voor zorgt dat er minder antiobiotica gebruikt hoeft te worden om ziektes te bestrijden, in zijn geval, in de varkensstal. “Ik ben overgestapt van het afdoden naar het beheersen van bacteriën door 3 probiotica producten te gebruiken. Probiotica in het water, voor het inwerken van de stallen tijdens het reinigen en als spray voor de varkens. Door het gebruik van probiotica komen er veel gewenste bacterieen in de stal. De laatste dertig jaar hebben we echter door het afdoden van bacterieën juist de sterktste soorten geselecteerd” “Door het gebruik van probiotica is het antibioticaverbruik met 95% gedaald” volgens Eric van den Heuvel. Ook in het woonhuis wordt probiotica toegepast. Bij zijn gezinsleden heeft hij de besmetting van 4 van de 5 gezinsleden teruggebracht naar 1 binnen een half jaar probiotica gebruik. In huis wordt nu geen staphyloccocus meer gemeten. Even voor de duidelijkheid; ik zie ook liever blije varkens in de modder baggeren maar aangezien ze in Nederland eerder zullen vliegen moeten we de situatie nu bij de hoorns pakken. Ik ben geen microbioloog maar een dergelijk hoog MRSA % is gewoon bad news, hoe je het ook bekijkt. Er van uitgaande dat het antibioticaverbruik beperkt moet worden zullen er alternatieven moeten komen. Zou probiotica hier een bijdrage aan kunnen leveren? Eric van den Heuvel is er inmiddels al 5 jaar mee bezig om zijn ondervindingen met collega´s te delen. Het probleem: er is nog geen wetenschappelijk onderzoek gedaan in stallen, wel in ziekenhuizen overigens, waarvan de resultaten positief waren. Waarom wordt daar dan niet mee begonnen? Eric van den Heuvel zegt het onderzoek waarschijnlijk zelf te moeten bekostigen omdat hij de onderzoekers en wetenschappers niet aan de gang krijgt. En ondertussen gaat het antibioticagebruik gewoon door en worden varkenshouders die opgenomen moeten worden in het ziekenhuis in quarantaine gelegd i.v.m. mogelijke MRSA. Lijkt me niet logisch. Terwijl ik daar zo lekker lig met mijn maskertje bedenk ik hier meer over te willen weten. Over een paar weken heb ik een afspraak met Erik van den Heuvel, de enige varkenshouder in Bernheze (oost Brabant) die probiotica gebruikt in zijn stallen. Ik ben benieuwd naar zijn verhaal en vooral waarom de informatie die ik nu lees bijna 2 jaar oud is en ik er nog nooit van heb gehoord. Waar een maskertje soms niet allemaal goed voor kan zijn. Wordt vervolgd. Het is 2013 en het jaar is veelbelovend begonnen. Mijn besluit in mijn laatste blog om mij te verdiepen in de verschillende inspirerende projecten in mijn omgeving geeft weer stof tot nadenken en schrijven. De beeldspraak van de weg in het gedicht van Antonio Machado blijkt zeer passend om mijn zoektocht te verwoorden.
De volgende stap is letterlijk; de eerste stap zetten. Nou, en dan moet je dus gewoon gaan wandelen. Niet dat ik hiervoor ergens op een bankje zat ofzo, maar meer dat ik stukjes líep te lópen. Bij gebrek aan een (sociaal) netwerk is Twitter voor mij van onschatbare waarde gebleken. Een oneindige bron aan inspiratie en informatie. Het zingende vogeltje op de wandeling zeg maar..! Door Twitter ben ik o.a. in contact gekomen met het begrip "Sustainocratie", De Stad van Morgen en met Jean-Paul Close. Ik heb wel even getobd over de vorm en inhoud en hoe ik dit wil delen met de wereld en met jullie wil beginnen.... Ik ben mij er ook van bewust dat er lezers zullen zijn die besluiten niet verder mee te wandelen en nieuwe lezers zich zullen aansluiten. Wellicht komen we elkaar iets verderop nog tegen. Wellicht niet. In ieder geval kwam ik tot de volgende conclusie: "Just tell it how it is." Via Twitter kreeg ik een paar maanden geleden een leuke reactie op mijn blog van een onbekende volger. Aangezien ik voornamelijk vrienden en bekenden zo gek heb gekregen om mijn blog bij te houden was het leuk om te horen dat onbekenden het ook met plezier lezen. Na wat ge-google bleek mijn volger niet alleen ook lang in Spanje gewoond te hebben maar nu ook woonachtig in de buurt (Eindhoven) en met zeer interessante projecten bezig. Daar wilde ik wel wat meer over weten dus heb gemaild met de vraag of we eens kennis konden maken. In het gesprek met Jean Paul Close blijken onze gemeenschappelijke ervaringen als Nederlander in Spanje, daarna als remigrant in Nederland en de verschillende culturele verschillen een leuk aanknopingspunt te vormen. Jean Paul is al enige jaren langer terug in Nederland en heeft niet stil gezeten. Hij heeft de term "sustainocratie" bedacht als "de nieuwe democratie waarin de mens centraal staat" waardoor "duurzame menselijke vooruitgang" als hoger maatschappelijk doel wordt gesteld. Wat mij als eerste bijzonder aanspreekt is de pioniersgeest. De visie, laten we kijken of dingen ook anders kunnen, beter. En als ik dan hoor dat er inmiddels in de omgeving van Eindhoven veel mensen bij betrokken zijn vanuit hun eigen visie van een nieuwe werkelijkheid ben ik erg nieuwsgierig. Ik heb veel gelezen over burgerinitiatieven en in een verzorgingsstaat als Nederland waar altijd een overheidsdeur was om op te kloppen belooft dat veel geroer in de huidige structuren. Jean Paul nodigt mij uit om enkele bijeenkomsten bij te wonen om een indruk te krijgen wat er speelt. Voor mij een gelegenheid om "onder de mensen" te komen en inspiratie op te doen. Ik bied aan, passende in de sustainocratische filosofie van wederkerigheid, erover te schrijven. Jean-Paul Close is van mening dat verandering vaak ontstaat vanuit chaos. Wat dat betreft hebben we de tijd mee. Ons veilige vangnet, datgene waar onze generatie op heeft gerust, lijkt nu langzaam maar zeker af te brokkelen. En geloof me, ik kan er over meepraten. Ons huis in Spanje waar we altijd ons spaargeld in gestopt hebben is nu 60% minder waard. Ik bedoel, we zijn niet zielig, but it hurts. Daarentegen staan in Spanje verhalen in de krant over gepensioneerden die van hun balcon afspringen omdat ze al hun geld op hebben gemaakt aan het afbetalen van de hypotheek van hun werkloze kinderen. Dit soort drama´s zetten onze tegenvallers wel in perspectief en zelfs de crisis in Nederland in een ander daglicht. De macro vraag is of we in paniek de brokstukken bij elkaar moeten rapen en met een grote tube super glue de boel weer aan elkaar moeten knutselen. Of, zien we door het ontstaan van die enorme gaten nieuwe oplossingen als vanzelf ontstaan? Doordat ze een andere vorm hebben kijken we er misschien wel overheen. "Je ziet het pas als je het doorhebt" zou Cruijff zeggen. Ook buiten het voetbalveld, uit een vrij onverwachte hoek. Ik denk hieraan terwijl ik aandachtig luister naar de verschillende aanwezigen op de eerste bijeenkomst van de Stichting Michaelson waar ik ben uitgenodigd. Het is een bijzonder gezelschap, verschillende achtergronden en redenen om erbij te zijn. De gemene deler is dat iedereen op eigen initiatief aanwezig is om iets bij te dragen. De locatie en de inrichting is een prachtig decor. Schilderijen met harten in felle kleuren, antiek en nieuw meubilair door elkaar heen. Een tafel met verzorgde versnaperingen en een vloer die onbedoeld prachtig is. Vlekkerig beton in afwachting van, net zoals de Stichting, een goede basis. Alle ingrediënten zijn verder aanwezig. Het centrale thema is zelf-redzaamheid. Niet alleen op deze bijeenkomst maar ook als uitgangspunt van wat Jean Paul "sustainocratie" heeft genoemd en hij beschrijft als de enige manier voorwaarts voor de moderne mens. Het begrip en de gedachte erachter vereist wel enige pioniersvisie, verschuiving van paradigmas en dergelijke termen. Alhoewel ik voorstander ben van dingen vooral simpel te houden kan ik mij ook voorstellen dat deze nieuwe visie gewoon soms een andere naamgeving nodig heeft omdat de oude termen de lading niet meer dekt. De gedachte die het meest los maakt bij mensen is dat het uitgangspunt is om de initiatieven vrij te houden van geldstromen. En als je wilt weten wat voor reactie je dan krijgt laat ik je achter met twee vragen: hoe zie je dat zelf? En hoe ziet jouw omgeving dat? (Als je de vraag wilt antwoorden op deze blog in de “comments”, heel graag!) Je zou jezelf kunnen afvragen; ok, waar staan we nu dan? En het verassende antwoord is: We staan er midden in! Na de bijeenkomst, nog helemaal warm van zoveel hartelijkheid en "buena onda" (vrije vertaling: fijne sfeer) zet ik in de auto de radio aan, John Lennon galmt door de speakers: "You may say I'm a dreamer, but I'm not the only one" Wat mij het meest opvalt en waar ik mij voor probeer te behoeden is de macht van het almachtige Gemak. In de supermarkt bij de kant en klaar maaltijden, voorgesneden groenten, een zakje bij elkaar gesorteerde pompoenen voor decoratie. De bladblazers en electrische heggesnoeiers. Alles wordt ons makkelijk gemaakt zodat wij meer tijd over houden om....ja, om wát eigenlijk?
De nederlandse samenleving is natuurlijk enorm luxe. Het is ook een luxe om in een land te wonen waar vrijheid en veiligheid zo vanzelfsprekend is. Mijn argentijnse vriendin Nora, merkte het heel treffend op. Wat geeft het een ruimte in je hoofd om in zo'n opgeruimd land te leven! En ze bedoelde niet alleen de netheid en de keurige tuintjes. In het dorp waar we wonen zegt iedereen elkaar gedag op straat. Er is geen wantrouwen dat degene die je tegemoet komt je zou kunnen bedreigen met een pistool voor de inhoud van je portemonnaie. Die mogelijkheid maakt mensen voorzichtig en neemt een groot gedeelte van de spontaniteit weg. Wij kunnen het ons veroorloven om gewoon onbezorgd vriendelijk te zijn zonder angst voor onze veiligheid of die van onze kinderen. De vraag is natuurlijk wat we doen met die ruimte in ons hoofd en die tijd die we vrij maken door alle tijdrovende zaken uit te besteden. Ik heb niet de indruk dat men nu duimen draaiend filosoferend door het leven gaat. We lopen allemaal te rennen. We woonden in Spanje in wat voor ons een paradijs was. Ieder vrij moment besteedden we aan het ontwikkelen en verfraaien. Niet alleen esthetisch maar ook inhoudelijk. Hoe kunnen we op onze eigen plek zo onafhankelijk mogelijk functioneren zonder schade te brengen aan de omgeving? Hoe passen we de kringloop toe in onze eigen leefomgeving? Eigen water, een helofytenfilter voor ons afval water, zonnenergie, verwarming met ons eigen gebouwde tegel kachel die brandt op eigen hout. Een grote moestuin, fruitbomen en regelmatig inspirerende vrijwilligers op bezoek via helpx om hun steentje bij de dragen in ruil voor onderdak en een lekkere maaltijd. Gelukkig delen mijn lief en ik deze passie en ging ook veel van onze gezins- en relationele energie in dit soort dingen. Onder het koken praten over de perfecte zuurstofplant voor in de zwemvijver en recepten uitproberen met vergeten groente uit de moestuin. Nu bijna de laatste dozen zijn uitgepakt van onze inmiddels tweede en tevens voorlopig laatste verhuizing in Nederland komt er weer ruimte voor inhoudelijke plannen. Hoe gaan wij onze vrije tijd invullen op deze nieuwe plek? Een prachtige plek maar geen gelegenheid voor de ambitieuze plannen van voorheen. Waar maken we tijd voor en wat maken we prioriteit? Gezond en gezellig samen eten en dus moestuin en koken blijft onze hoofdzaak. Daarnaast een zaadje planten voor positieve en inspirerende projecten. Er gebeurt zoveel. Er zijn zoveel originele geesten en ondernemende mensen. Als al die energie samen komt zouden er onmogelijke zaken mogelijk worden. Een kort bezoekje van een dierbare vriendin uit Spanje heeft mij weer even wakker geschud. Ik was bijna vergeten dat ons leven daar ons altijd weer één belangrijke les leerde; er zijn velen wegen die leiden naar jouw bestemming - "Caminante no hay camino, se hace camino al andar" - Antonio Machado. ("Wandelaar er is geen weg, de weg ontstaat al gaande") Mijn voornemen voor 2013? Lekker mijn eigen paadje op en de snelwegen omzeilen. Lieve mensen, volgens mij wordt 2013 gewoon een heel bijzonder jaar voor ons allemaal. Moeten we in plaats van rijstroken toevoegen op de bestaande weg niet meer kleine paadjes bewandelen als een alternatieve route? Het wordt een mooie wandeling... Ja, en dan ben je langzamerhand een beetje gewend aan de efficiëntie van de Nederlander en dan ....... ben je in Zweden. Broerlief woont sinds 4 jaar met zijn Zweedse vrouw en kinderen in Zweden en ik ben op bezoek.
"Marina kijk nou even dit is leuk voor een stukje!" ik kan nooit onopvallend naar iemand kijken en zeker niet als mijn moeder heel "onopvallend" wenkt. De hele dag hebben we heerlijk rondgereden en genoten van de oneindige bossen, meren en houten huizen. Iedere keer valt het me op hoe gedisciplineerd de Zweden zijn. Qua gedrag op de weg, in restaurants en nu dus met het uitladen van een winkelwagentje. Een mevrouw naast ons houdt ieder artikel wat ze uit haar wagentje haalt in haar hand, draait het een kwartslag en plaatst het vervolgens zorgvuldig op de band. Het kan zijn dat ze zeker wil weten dat ze het juiste merk heeft gepakt, de houdbaarheidsdatum controleert of in gedachte nagaat of ze het wel echt nodig heeft. Ik heb geen idee. Een meneer voor ons vertoont hetzelfde gedrag. Is het haar man? Is dit een wedstrijd? Ongewild glijdt mijn blik over mijn aardappel handschoenen op de band. Wat voor geheime code zou hierop verwerkt kunnen staan? En dan snap ik het. Ieder artikel wordt geplaatst met de barcode richting de kassa lezer. Wat zijn wij toch een stelletje ongeregeld in Nederland dat ik dat nog nooit iemand heb zien doen! Net zo goed als we onze kinderen gewoon laten fietsen zonder helm! Bij elkaar achterop springen of helemaal volledig onverantwoord iemand mee nemen voorop het stuur! Levensgevaarlijk. Hier hebben moeders óf vaders een jaar zwangerschapsverlof, gaan de kinderen bijna gratis naar de naschoolse opvang terwijl je werkt, krijgen alle kinderen een warme lunch op school en zijn in de supermarkten ecologische alternatieven voor alle producten. De naschoolse opvang is overigens alleen bedoeld voor de tijden waarop je werkt. Het is dus niet de bedoeling dat je lekker een dagje gaat winkelen en dus gebeurt dat ook niet. Gewoon omdat dat niet de bedoeling is. Jonge kinderen groeien op met respect voor de natuur en begrip voor de seizoenen. Het is prachtig om te zien hoe mijn nichtje en neefje in de zomer net zo vanzelfsprekend rondrennen in hun zwembroek door de tuin als de meters sneeuw wegscheppen in de winter. Ze hebben het nooit koud. Ze hebben het nooit warm. Ze plukken overal bessen en bramen en op natte nazomer dagen cantherellen. Ze bakken taarten en koekjes en trekken hun schoenen uit bij de voordeur. Alle kinderen doen mee aan traditionele feestdagen. Niks geen gezeur van ik heb geen zin. Het daglicht maakt mij wakker en ik lig te denken hoe laat het zou zijn. Ik kan misschien alvast een rondje lopen? Ben ik er lekker vroeg bij. Het blijkt 4:30 te zijn, dan toch nog maar even omdraaien en denken aan thuis waar mijn eigen liefjes in Brabant ook nog lekker in bed liggen. Wanneer ik uiteindelijk ben opgestaan en zeer gedisciplineerd aan mijn 5de loop begin besluit ik even snel over te steken op een plek zonder zebra pad. Er komt een Volvo aanrijden met iemand die mij vreemd aankijkt. Sorry, ik ben een losbandige Nederlander. Ze zullen zeker meteen begrijpen dat ik familie ben van die ene Hollander in de Villavågen. Die ene die al twee keer is gepakt door de politie omdat hij 33 reed waar je maar 30 mag rijden. Het zit in de familie, dat zie je zo. Broerlief legt mijn neefje uit wat belasting is. Stel je voor, dat ijsje wat jij nu aan het eten bent daarvan moet je mij 52% "betalen", "kijk" met een enorme lepel verdwijnt de helft van het ijsje in zijn mond. "papá, dat is toch helemaal niet eerlijk!" ja schat, je krijgt niets voor niets. Ik luister in het vliegtuig naar Ilse de Lange terwijl ik een zakje pinda's krijg van de stewardess gekleed in Royal Blue. Lekker weer naar huis. "Volgens mij is het slim als je een lange broek aan trekt, vorig jaar baalde je zo van de brandnetels weet je nog?" terwijl ik het zeg realiseer ik me dat ik voor het eerst sinds we in Nederland zijn kan refereren aan vorig jaar. We wonen deze week nu 1 jaar hier en het is dus een mooi moment om te recapituleren. Hoe voelen we ons vergeleken met vorig jaar? Zijn we thuis? Hoe veel verder zijn we met ons leven? Is het zo gelopen als we hadden gehoopt?
Net als vorig jaar is onze zoon op kamp in het dorp. Het verschil is dat hij nu vrolijk Brabants mee praat en dat zijn vriendjes niet meer raar opkijken als hij iets niet begrijpt, dan leggen ze het gewoon even uit. "Zo grappig hè, dat jullie samen engels spreken" zeggen ze nog wel eens met een gemeende glimlach, maar dat het een beetje anders gaat bij Sebas thuis dat is eigenlijk gewoon normaal. "Nou doei hè, ik ben benieuwd hoe we de jongens morgen thuis krijgen!" de moeders weten dat ik het "houdoe" nog niet helemaal aandurf en komen mij gelukkig tegemoet. In het korte stukje naar huis kom ik wandelend met hond en vrouw de opticien tegen, joggend de kantoorboekhandel meneer en fietsend de conciërge van de basisschool. Ik zwaai ook nog even naar de buurman op de hoek, hij is niet zo'n enthousiast type maar ja, als nieuwe bewoner moet je toch een beetje extra je best doen. Natuurlijk kom ik ook nog steeds iedere dag mensen tegen die je echt ongegeneerd aankijken omdat ze je gewoonweg niet kunnen plaatsen, en dat vinden ze wel een beetje vreemd. De honden doen het een stuk beter, ze houden het op tot de uitlaatstrook. Sociaal is er nog wel ruimte voor verbetering. Er wonen twee baasjes met viervoeters in de straat waar toch echt een gedragstherapeut aan te pas moet komen. Ik laat even in het midden voor wie die dan moet komen natuurlijk. De dierenambulance kent de honden "uit Spanje" al inmiddels en de hele buurt is al een keer aan de deur geweest om ze terug te brengen na een escapade. Reacties varieërden van afkeurende blikken, vriendelijke tips en regelrechte beschuldigingen. Ik begrijp dat mensen vinden dat we er iets aan moeten doen maar ik begrijp de honden nog veel beter. Dat frisse groene gras is zo verleidelijk! Wat ook erg fijn is, is dat ik nu gewoon de KPN kan bellen voor een abonnements wijziging zonder dat ze mij ervan verdenken dat ik 30 jaar opgesloten heb gezeten in de kelder. Ook de bankzaken en verzekeringen heb ik volledig under control. Maar ik juich nog steeds iedere dag voor de postbode. Dochterlief geniet van haar laatste vakantie weken gevuld met logeerpartijtjes, bioscoop bezoekjes en winkelen met haar vriendinnen. Vandaag zelfs alleen met de bus, mét overstap. OV kaart bij zich, inchecken, uitchecken geen vuiltje aan de lucht. Vorig jaar hadden we niet geweten welke bus, waar naartoe, wanneer uitstappen, hoe in te checken en met wat. Nu stuurt ze me een whatsappje dat ze goed is aangekomen. Haar boeken met rollen kaftpapier liggen al klaar voor de 2de. Zoonlief begint de middelbare school. "Maak je borst maar nat" zeggen we steeds. We weten uit ervaring dat een beetje opwarmen geen kwaad kan in zijn geval. Alhoewel, eigenlijk heeft hij zichzelf al dubbel en dwars bewezen. En "thuis"? Ja, zo voelde het wel na de vakantie. Iedereen kan (bijna) alles vinden. We genieten van de mooie plek, de kerkklok op zondag ochtend, de grasmaaiers en snoeischaren op zaterdag. Zelfs de kletterende vrachtwagens om 4 uur s'ochtends horen inmiddels bij de gerustellende thuis geluiden. De gezelligheid van een dorp heeft mij geraakt. Het geborgen gevoel, de veiligheid en de vanzelfsprekendheid van alles. Niet dat we daar al in meedoen; dát nog niet. Het wordt denk ik nog wel een jaartje observeren. Is niet erg, tegen die tijd zeg ik ook gewoon volmondig houdoe. "Schat, je móet even komen kijken...!" mijn lief betrekt mij in de finale rekstok. Waar wíj waren toen Epke Zonderland Goud won? In oranje gehuld, ons eerste jaar Nederland aan het vieren. “Kijk, dít is onkruid en dít is een plant”. Ik houd wijselijk mijn mond. Het gaat nu even niet over de botanische correctheid óf over het onrechtmatig bestempelen van alles wat spontaan groeit als “onkruid”. Eigenlijk “groeit” hier namelijk juist iets heel moois.
Mijn taalmaatje (S.) en ik besluiten ons vandaag over haar voortuintje te ontfermen. Zij heeft mij al een paar keer gezegd dat ze het gevoel heeft er iets aan te moeten doen. Tenslotte is de voortuin en het belang ervan een essentieel onderdeel van de inburgering. Vooral netjes, herkenbaar en duidelijk afgeschermd. We lachen vaak om het woord “netjes” en hoe vaak het wordt gebruikt in Nederland. Terwijl ik nog enigzins twijfelachtig om me heen kijk met een grote heggeschaar naar al dat levendige groen is S. resoluut. Álles moet weg, daar komt het eigenlijk op neer. Ik begin voorzichtig met een paar zijtakjes maar ze neemt het van mij over en genadeloos valt de hele uit de kluiten gegroeide heg tegen de grond. Ok, er is geen weg meer terug. De buurvrouw is ook zichtbaar opgelucht. Eindelijk na bijna 2 jaar een beetje overzicht. Het verbaast mij dat ze hier zo in op gaat, haar eigen tuintje is niet het toonbeeld van “huis en tuin” maar ja de heg is altijd hoger bij de buren zullen we maar zeggen. Het raakt me wel dat ze zo spontaan meehelpt. Haar zoontje haalt zijn bezempje erbij en een hark en terwijl ik er een beetje bij hang zijn mijn taalmaatje en haar buurvrouw het helemaal eens “kijk dít...weg! - zo, dat is lekker netjes!”. De groenbak puilt al helemaal uit, en we zijn nog lang niet klaar met ontwortelen. Volgende week zal de rest eruit moeten. Zelfs de prachtige stekelplant moet eraan geloven. Mijn taalmaatje krijgt helemaal de smaak te pakken en wil aan de gang met water en boenbezem om het groene mos weg te krijgen “ach, daar moet je een gewoon vergif opgooien” ik besluit de tip van de buurvrouw niet nader toe te lichten. Dit was wel weer genoeg inburgering voor één dag. Onder het wieden en terwijl S. op zoek gaat naar een bezem vraagt de buurvrouw hoe het nou precies zit. Wie er eigenlijk in dat huis woont en waar ze vandaan komt. Ik vertel dat ze nog 5 kinderen in Somalië heeft en alleen naar Nederland is gekomen in verwachting van haar inmiddels geboren dochtertje. Ik vertel haar ook dat haar verleden ervoor heeft gezorgd dat zij niet in de positie is om haar voortuintje een prioriteit te maken in haar leven...de blik van de buurvrouw is geschrokken en vol begrip. Liefde voor je kinderen is tenslotte iets universeels. Dat snapt iedere moeder. Terwijl ik naar huis fiets heb ik zo´n fijn gevoel! wat zou het mooi zijn als zo´n middagje tuinieren heeft gezorgd voor contact tussen mijn taalmaatje en haar buurvrouw. In haar geval is een goeie buur het verschil tussen volledige eenzaamheid en het begin van je een beetje thuis voelen. Tenslotte zijn we gewoon allemaal mensen met menselijke behoeftes. Als we ons dat realiseren komt eigenlijk alles vanzelf wel goed. Ik ben wel blij dat S. míjn achtertuintje niet onder handen neemt. Die staat namelijk barstensvol “onkruid”, dacht ik dus... tot ik de Van Dale erop na heb geslagen. De definitie van “onkruid” is namelijk; “planten die groeien waar ze ongewenst zijn”. Het zit dus gewoon tussen onze oren. Het zijn allemaal planten. Ik droom van een wereld waarin we ons vooral afvragen hoe we gezond kunnen blijven voordat we iemand anders vragen ons beter te maken. Dit zeg ik overigens met alle voorzichtigheid en gevoel voor nuances, ik ben mij uiteraard bewust van dramatische oneerlijke ziektes. En gelukkig zijn er dan, in ons gedeelte van de wereld, geweldige artsen om ons zo goed mogelijk te behandelen. Ik wil dan ook “ons gedeelte van de wereld” benadrukken. De medische kennis, technologie, farmacologie, het comfort, de hele samenleving heeft er recht op. Dat is bijzonder en dat moeten we niet vergeten. Het zegt al genoeg om te vermelden dat patiënten in ons gedeelte van de wereld hoogst verontwaardigd zijn als er gedurende de verhuizing naar een nieuw verbouwd ziekenhuis de eerste twee dagen geen TV op de kamer is.
Ik denk hieraan op weg naar het Jeroen Bosch ziekenhuis voor een presentatie van de clustermanager Marketing & Communicatie, Celia Noordegraaf. Communicatie is iets wonderlijks! Waarom komen sommige boodschappen niet aan en andere wel? Celia Noordegraaf gaf ons een interessante kijk achter de schermen. Hoe geef je een gebouw van 380.000m3 met jaarlijks meer dan 500.000 polikliniekenbezoeken en ruim 60.000 ziekenhuisopnames een gezicht? Hoe zorg je dat mensen een positief gevoel krijgen, zowel werknemers als patiënten over een plek die ons vervolgens voldoende vertrouwen moet geven om “het” onze gezondheid toe te vertrouwen? Celia Noordegraaf is een charmante, bijna kwestbare vrouw om te zien met een overtuiging en subtiele “power” die aan de basis ligt van alles wat ze zegt. Tegelijkertijd ook een relativeringsvermogen en humor waaruit blijkt dat ze gewoon een mens is. Terwijl ze spreekt realiseer ik mij dat een man zo´n functie zo anders zou uitvoeren. In iedergeval zijn er niet veel mannen die toegeven dat ze er soms naast zitten. -Deze opmerking kan beïnvloed zijn door vele jaren in een Zuid Europees land met macho mannen te proberen door één deur te komen...- maar toch. Haar communicatie “skills” worden gedurende de presentatie op de proef gesteld. Het zal niet de eerste keer zijn dat zij wordt aangesproken op de lange wachttijden bij de ziekenhuis apotheek of een afspraak bij de specialist die 8 keer is verzet. Maar daar kwamen we nu niet voor en ik word er plaatsvervangend ongeduldig van. Celia is namelijk niet voor niets communicatie vrouw van het jaar 2011 geworden. Zij heeft bewezen nieuwe bronnen te kunnen aanboren in tijden waar iedereen klaagt over gebrek aan budget. Met een duidelijke visie en overtuiging heeft ze partijen weten te enthousiasmeren voor iets dat voorheen het “probleem” was van de overheid. Wat mooi om te zien dat het dus zo ook kan. Op weg naar huis en dankzij een gemiste afslag, een lang gesprek met mijn mede reizigster. Zij gaf mij een tip om te kijken naar Simon Sinek en het verhaal over de “Golden Circle”. Mooi, hoe zo´n verhaal over de volgorde van het brengen van je visie altijd moet beginnen bij “waarom”. Wat inspireert je en “waarom” wil je dat delen met anderen? Voor Celia heeft het gewerkt en nog steeds. “Waarom” blijft een essentiële vraag. En ik? ik begrijp nu dat als je je dromen niet deelt je altijd een dromer blijft. "Én.....? Hoe gaat het? Ben je nog thuis lekker een beetje aan het rommelen of ben je al aan het werk?" mijn buurvrouw bedoelt het natuurlijk goed maar het gevoel dat ik krijg is herkenbaar.
Het deed me denken aan mijn eerste echte baan waar ik binnen zes maanden de taken zo voor mezelf had uitgebreid dat ik eigenlijk twee functies had maar door mij nooit bezig te houden met profileren en mezelf verkopen kreeg ik er ook geen erkening voor óf salaris. Ook geen officiele promotie want dat had ik inhoudelijk zelf al gedaan en dat was natuurlijk veel goedkoper. Eigen schuld, dikke bult eigenlijk maar ik heb er nog altijd niet veel van geleerd. De laatste tijd begint er toch iets duidelijk te worden. Als ik blogs lees van anderen die zichzelf wel een naam geven en met een overtuiging precies doen wat ik doe ben ik daar altijd van onder de indruk. Tot het kwartje valt en ik me realiseer dat het enige verschil zit in de naam "what's in a name?" zeggen jullie dan verstandig. Maar toch klopt dat niet helemaal. "Avant la lettre" vind ik daarom zo'n prachtige uitdrukking. Meestal komt diegene die deze beschrijving toekomt er zelf nooit achter dat zij of hij de aanzet was om er een begrip voor te bedenken. Shakespeare was een psycholoog "avant la lettre" en de "suffragettes" waren feministes "avant la lettre". Gister had ik weer zo'n inzichtelijk moment. Alles wat ik lees, lees ik eigenlijk omdat ik verslaafd ben aan het gevoel iets te lezen wat mijn visie danwel op een bijzondere manier bevestigt of anders even graag volledig omver gooit. Ik krijg dan zo'n kippenvel gevoel. Gister dus ook. Ik las de "Opzij" van vorig jaar in de trein. Van vorig jaar omdat ik het bij de bibliotheek had gehaald sinds ik besloten heb dat het echt klinklare onzin is om geld uit te geven aan zoiets vluchtigs als een tijdschrift. Maar goed, dan wel weer enorm "toevallig" dat het artikel over "radical homemakers" eigenlijk op diezelfde dag waarop ik het artikel las weer heel aktueel werd omdat een van de bekendere bloggers net een boek heeft uitgebracht in New York over haar nieuwe leven in het landelijke Virginia waar ze bijna geheel self supporting zijn. Nou is dat feit natuurlijk alles behalve nieuw maar de stap voor een dergelijke schrijfster van modebladen als de Elle en de Cosmo verwacht je niet meteen gezellig- al jam makend en kippen voerend- blij in een overall door het leven te zien gaan en er bovendien met trots én humor over schrijvend. Het schijnt een "trend" te zijn. Zoveel mogelijk een huiselijke economie opzetten waarbij je zo min mogelijk afhankelijk bent van bronnen die je zelf niet kan beïnvloeden. Moestuin, houtkachels van je eigen omgezaagde takken, kleine vee stapel, zelf composteren en daarnaast, voor de nodige intellectuele uitdaging, innoverende projecten die je vervolgens gebruikt om over te schrijven en/of les in te geven. Het leven en de inkomsten divers houden door altijd alternatieven te hebben lijkt mij wel iets waar we allemaal over na zouden moeten denken. Voor diegene die dat onzeker vinden; geeft voor een baas werken tegenwoordig nog zekerheid? . Toen wij nog in onze mooie finca woonden en als doel hadden zoveel mogelijk self supporting te zijn, zeiden we gewoon "we like to keep things simple". Ik begrijp natuurlijk best wel dat de enige die last heeft van het feit dat mijn missie geen naam heeft ik zelf ben, en ik ook tevens de enige ben die er iets aan kan doen. Maar ja, met een missie zonder naam kan ik tenslotte nog alle kanten op... De winter heeft dit jaar in het teken gestaan van familie. Niet alleen door jaarlijkse Sinterklaas en de Kerstviering dit keer maar door de laatste maanden van het leven van mijn vader.
Toen wij in Augustus naar Nederland verhuisde was mijn vader al gediagnostiseerd met longkanker. Het was al in een gevorderd stadium en hij koos voor niet behandelen. Hij had al zo'n hekel aan alles wat medisch was en om dan je laatste "goeie" maanden ziek door te brengen door een behandeling die geen zekerheid kan geven, daar zag hij het nut niet van in. De 6 maanden die daarop volgden waren aanvankelijk niet veel anders maar uiteindelijk drong wel bij iedereen door wat er aan de hand was. Hij werd zwakker, wilde niet meer weg, kreeg pijn en was kortademig. De dagindeling draaide om medicatie, zuurstof slangetjes, rollators, korte slaapjes en steeds minder energie. Mijn vader wilde graag tot het einde thuis blijven en mijn moeder was de hele dag bezig met verzorgen. Gelukkig zijn hier instanties als de thuishulp en vrijwilligersorganisaties om aanspraak op te doen als het niet meer vol te houden is. De apotheek bezorgt de medicijnen, de huisarts komt aan huis. Wat een geweldige begeleiding was er. Aangezien mijn broer in Zweden woont kwam hij om de maand op bezoek en ik probeerde vanuit Brabant, zo regelmatig mogelijk, onder schooltijd mijn ouders in Overijsel op te zoeken. Dan deden we wat boodschappen en had ik korte gesprekken met mijn vader als hij even op was. Het gevoel dat je niets onbesproken wil laten. De vanzelfsprekendheid van thuiskomen bij mijn ouders waar altijd een luisterend oor was veranderde naar een verzorgende rol. Mijn moeder was ondanks haar ongelofelijke uithoudingsvermogen, natuurlijk uitgeput, en mijn vader worstelde met de gedachte aan afscheid. Ook daar is iedereen weer anders in. Mijn vader leek meer te lijden onder de gedachte van de onzekerheid: "wanneer gaat het gebeuren?" dan de invulling van de tijd die nog over was. En ons leven ging natuurlijk ook gewoon door, gesprekken op school, dansopvoeringen, aanpassingen, werk en sollicitaties. En dan nu is het half februari en heb ik geen vader meer. De crematie hebben mijn moeder, broer en ik samen tot in de kleinste details geregeld en hoe raar het misschien ook klinkt; het was ontzettend fijn. Veel was al besproken maar toch blijft er nog veel over terwijl je eigenlijk gewoon het liefst in een hoekje gaat zitten. Maar we wilde iets moois doen, iets wat bij mijn vader paste en dan kan het dus geen rommeltje worden zonder inhoud. We waren enorm opgelucht door de menselijke en professionele begeleiding van de begrafenisondernemer. Ik had er eerlijk gezegd niet aan moeten denken het geregeld te moeten hebben in Spanje waar zoveel minder ruimte is voor persoonlijke invulling. Het onwerkelijke gevoel van afscheid wordt alleen maar onwerkelijker. Donkere avonden met uitzicht op de prachtige besneeuwde tuin bracht ik mijmerend door denkend aan hoe raar het is dat na een heel leven, er gewoon op een dag niet meer bent. Inmiddels is het Carnaval. Het einde van de winter en binnenkort het begin van de lente. Nieuwe plannen, uitdagingen en meer daglicht. Nieuwe blaadjes aan de bomen en fris groen gras. Wij gaan deze week beginnen met onze volkstuin dus zullen iedere dag de ontluikende zaden koesteren. Wat dat betreft is het leven als de seizoenen; je waardeert de lente zó omdat het na de winter komt. |
De kolibrie als inspiratie
Onderwerp
Alles
Archief
Oktober 2016
|